Sauteren werkw.
Uitspraak: | [so‘terə(n)] |
Verbuigingen: | sauteerde (verl.tijd enkelv.) |
Verbuigingen: | heeft gesauteerd (volt.deelw.) |
In boter aanbakken of gaar maken
Voorbeeld: | `groente sauteren` |
‘Sauteren’ is een van die technische kooktermen waarbij je het gevoel krijgt dat je iets heel ingewikkelds moet kunnen. Maar zoals je zo zult zien, valt het echt wel mee. Het enige waar je rekening mee moet houden is dat alle dingen die je bakt van gelijke grootte zijn en even snel gaar worden. Gesauteerde groenten zijn veel lekkerder dan alleen gekookte groenten en daarom bij uitstek geschikt voor een speciaal diner.
Wat heb je nodig?
- verschillende soorten groenten, bijvoorbeeld: wortels, sperziebonen, courgette, paprika
- bouillonblokje
- zout/peper
- klont roomboter
Hoe doe je het precies?
- Snijd de groente in stukjes. Zorg ervoor dat ze allemaal ongeveer even groot zijn.
- Harde groenten zoals wortels, sperziebonen, broccoli en bloemkool moeten eerst even voorgekookt worden.
- Breng een pannetje met gezouten water aan de kook en gooi de stukjes groente hierin. Kook de groente (afhankelijk van hoe klein je ze hebt gesneden) ongeveer 5 minuten ‘beetgaar’, dus niet zacht.
- Laat de groente uitlekken in het vergiet en spoel ze af met koud water.
- Zachte groenten zoals courgette en paprika hoeven niet voorgekookt te worden.
- Laat de boter smelten in een wok of hapjespan.
- Voeg de groenten toe en bak ze op hoog vuur ongeveer 3 minuten.
- Zet het vuur lager en breng op smaak met peper, zout en eventueel een verkruimeld bouillonblokje.
- Als de groenten nog niet zo gaar zijn als je zou willen bak je ze nog wat langer.
- Serveer met een bolletje aardappelpuree of aardappels uit de oven.
Wat vind jij ervan?